Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Doch Samuel kende den HEERE nog niet; en het woord des HEEREN was aan hem nog niet geopenbaard. 8. Dat is, hij kende de roepende stem des Heeren niet, daar hij die niet gewoon was te horen. Of, hij had nog geen verstand van die manier van openbaringen, door welke de Heere door aanspraak aan de mensen verschijnt.